Changeling



Tag line: To find her son, she did what no one else dared

Regie: Clint Eastwood
Scenario: J. Michael Straczynski

Waar: Trianon, dagelijks 21:30 uur (check web-site voor updates)

Never start a fight, but always finish it. Deze woorden zal Christine Collins (Angelina Jolie) tot twee maal toe uitspreken in Changeling. De film gaat over een bizar en ongelooflijk verhaal dat waar gebeurd is. Collins is een alleenstaande moeder met een negenjarig zoontje Walter die op 10 maart 1928 spoorloos verdwijnt. Na vijf maanden vindt de Los Angeles Police Department (LAPD) het jongetje terug in DeKalb, Iowa. Wanneer het kind, omringd door een mediacircus, arriveert in Los Angeles blijkt het Walter niet te zijn. De LAPD blijft echter volhouden dat dit wel haar zoon is: 'just give him a try madam..' De reputatie van de LAPD kan namelijk wel een opsteker gebruiken en een succesvol afgerond onderzoek doet het goed bij het volk. Maar Collins houdt haar poot stijf en wanneer ze de zaak in de openbaarheid brengt, gooit de politie haar in een krankzinnigengesticht met indicatie code 12, de gesloten afdeling voor vrouwen die een gevaar vormen voor de autoriteit van de LAPD. Er is één man die haar onvoorwaardelijk steunt omdat hij al jaren een virulente verbale strijd voert middels zijn radioshows. Het is Reverend Gustav Briegleb, gespeeld door de markante John Malkovich, die niet terugdeinst voor de harde hand van de LAPD.

Changeling is gebaseerd op de Wineville chicken coop murders, een serie ontvoeringen en moorden van kleine jongetjes in en om Los Angeles (Riverside county) tussen 1928 en 1930. De zaak Collins trok destijds de nationale aandacht en bracht de duistere praktijken van de Los Angeles Police Department aan het licht. Uiteindelijk zou de stadsbevolking van Los Angeles massaal de straat op gaan en werd het criminele politiekorps gezuiverd van haar corrupte top.

Het werkelijke verhaal van de Wineville chicken coop murders is nog veel onwaarschijnlijker. Gordon Northcott woonde samen met zijn oma in een boerderij in Wineville. Het veertienjarig neefje Sanford Clark, die in de film de zaak aan het rollen brengt, werd door Gordon ontvoerd, sexueel misbruikt en mishandeld nog voordat zijn ouders aangifte hadden kunnen doen bij de politie in Saskatchewan, Canada. Net als haar kleinzoon trok ook oma haar bekentenissen naderhand in. De Northcotts zijn een behoorlijk asociale en disfunctionele familie. Zo werd Gordon verwekt door zijn opa bij zijn eigen dochter Winifred en gedurende zijn jeugd sexueel misbruikt door de familie. Natuurlijk deed de zaak Wineville sidderen. Na het proces werd het stadje omgedoopt tot Mira Loma en wie er komt zal ontdekken dat alleen sommige straten nog verwijzen naar Wineville.

De scenarist Michael Straczynski, dook in de archieven om de zaak rond Christine Collins te onderzoeken. Hij ontdekte dat deze geschiedenis nog schokkender was dan die van de psychopaat Gordon Northcott. De grenzeloze macht van de politie en het geweld en de intimidatie die het korps niet schuwde liet Strazcynski een jaar lang niet los. Uiteindelijk besloot hij zijn scenario volledig te weiden aan het verhaal van de moeder omdat zij nooit opgaf een antwoord te vinden op haar vraag: 'Waar is mijn zoon?' Straczynski die vooral bekend werd met zijn science fiction televisieserie Babylon 5 (kenners zullen ontdekken dat de woorden 'never start a fight but always finish it' ook al werden uitgesproken door Captain Sheridan) ging op zoek naar een regisseur en vond Clint Eastwood. De bijna 80-jarige filmveteraan voelde zich direct aangesproken.

Changeling is aangenaam gestileerd tot in de kleinste details. Zachte tinten, veel bruin en groen en zwaar aangezette make-up met knalrode lippen. De broodmagere Jolie draagt prachtige kleren en overtuigt als de hardwerkende, alleenstaande moeder. Haar emoties weet ze goed af te wisselen met koelheid. Slechts een enkele maal slaat het door naar 'overacting'. In ieder geval bewijst Jolie dat ze heeft afgerekend met haar Lara Croft imago. Verder werken de spanningsbogen goed en heeft de film een goed ritme. Qua stijl is het een One flew over the cuckoo's nest meets L.A. Confidential: een ijzingwekkend verhaal verpakt in sfeervolle plaatjes. Wat een horrorfilm had kunnen zijn, is een 'feel good' film met als rode draad de nooit aflatende hoop van Christine Collins.

W.




Tag line: A life misunderestimated

Regie: Oliver Stone
Waar: check web-site

Oliver Stone is een bevlogen en productief filmmaker. Hij wordt vooral gedreven door politiek en de moderne geschiedenis. Een kleine greep uit zijn oeuvre:
Platoon (1986), Born on the the 4th of July (1989), JFK (1991), Nixon (1995), the People vs Larry Flint (1996).

Het is waarschijnlijk voor het eerst in de filmgeschiedenis dat een regisseur een film maakt over een ‘historische’ figuur: de 43e president van de Verenigde Staten, George Walker Bush. Een omstreden protagonist die nog in leven is. Bij het uitkomen van de film is deze president zelfs nog ‘in office’. Je moet het maar aan willen gaan. Stone doet het en dat is eigenlijk niet eens zo verbazingwekkend. Stone staat immers bekend als een regisseur die controverses niet uit de weg gaat. Bovendien deelt hij iets met George Bush. Ze zijn jaargenoten van Yale en al waren ze niet bevriend, ze kenden elkaar wel. Maar Oliver kwam uit een gewone familie en George uit een ongewone. De Bush familie is machtig en rijk. Ze stamt uit de tijd van de pilgrim fathers. De Bush familie heeft dat nooit onder stoelen of banken gestoken. Wie naar de Pieterskerk gaat zal zien dat George Bush Sr. op 17 juli 1989 de inwoners van Leiden toesprak. Een trots geslacht dus met een lange staat van dienst.

George is een charmante doch branieschopperige knul. Een niet erg intellectueel type die dus niet veel op heeft met studeren. Wetende dat zijn vader hem altijd uit de problemen haalt, loopt George er behoorlijk de kantjes van af. Stone zet Bush neer als een bevoorrechte jongen met een alcoholverslaving die liever lol maakt dan aan serieuze zaken denkt. Hij heeft zeker niet het profiel van een stoere, hard werkende, door het noodlot getergde held. Integendeel. Het maakt niet uit hoe erg George de zaken verprutst, vader is er altijd om hem te redden. De verhouding tussen vader en zoon wordt in W. best aangezet. Zo wordt duidelijk dat George eigenlijk ook niet altijd blij is met het feit dat hij het nooit goed kan doen bij zijn vader. Hij voelt dat hij niet de favoriete zoon is van poppy, zoals hij zijn vader noemt. Vader daarentegen ergert zich continu aan zijn oudste zoon. Wanneer George weer eens naar zijn kantoor komt omdat hij problemen heeft, dan kan vader het niet nalaten om te zeggen dat hij geen Kennedy is maar een Bush en dat hij zich ook zo moet gedragen. Pas rond zijn veertigste knapt er iets in het leven van George. Hij wordt streng gelovig en overtuigt van zijn voorbestemming. Uiteindelijk wordt hij zelfs president van de Verenigde Staten!

W. heeft een hoog tempo en springt behoorlijk heen en weer in tijd. Centraal staan de buitenlandse politiek, het creeeren van het concept 'de as van het kwaad' en de inval in Irak van 20 maart 2003 (operatie 'Iraqi Freedom') naar aanleiding van de mogelijke aanwezigheid van massavernietigingswapens. Binnen de republikeinse staf ontstaat verschil van mening. Vooral Powell en Rumsfeld zitten elkaar behoorlijk in de haren. Daar door heen monteert Stone cruciale momenten uit George's verleden (George's ontgroening op Yale, George in de gevangenis, George die wegloopt bij zijn baas, etc.). Het zijn vooral de Witte Huis momenten die een satirische uitwerking hebben. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat al deze mensen actueel zijn.

Josh Brolin is over het algemeen genomen zeer geloofwaardig als George Bush. Vooral visueel oogt hij vanuit bepaalde camerastandpunten als twee druppels water met de echte George. Zo nu en dan is zijn acteren iets te 'gemanierd'. Maar goed, iemand immiteren blijft onnatuurlijk en zeker wanneer de persoon in kwestie zo bekend is als de president van de V.S.
Brolin overtuigt het meest wanneer hij als een acteur instinctmatig vertrouwt op de camera en zich rustig houdt. Het camerawerk en de montage getuigen van klasse en doen denken aan grote cineasten als Stanley Kubrick. De rest van de cast lijkt verbluffend veel op de echte personages: Richard Dreyfuss als VP Dick Cheney, Scott Glenn als Ronald Rumsfeld, Ellen Burstyn als Barbara Bush en James Cromwell als Bush Sr. Stuk voor stuk zijn ze overtuigend.

Ondanks het groot vakmanschap waarmee de film is gemaakt blijft W. hinken op twee benen. Het satirische en het belangwekkende zitten elkaar zo nu en dan in de weg. Sommige scenes zijn ongetwijfeld authentiek. George Bush staat bekend als een eenvoudige geest met een gevoel voor humor. En dat komt in W. zeker uit de verf. Sommige van zijn uitspraken zijn legendarisch. Voor de belangrijkste man van de wereld zijn dit misschien niet de goede kwaliteiten. Na het zien van W. blijkt George sympathiek maar simpel. Hoe het mogelijk is geweest dat hij president kon worden, die vraag wordt helaas niet beantwoord...of toch?

3:10 to Yuma (remake, 2007)


Tag line: Time waits for one man
Tag line (1957): The lonesome whistle of a train… bringing the gallows closer to a desperado – the showdown nearer to his captor

Regie: James Mangold
Waar: Kijkhuis, dagelijks 22:00 uur (check web site)

De openingsscene van 3:10 to Yuma liegt er niet om. Alle western-ingredienten worden uit de kast getrokken: paarden in volle rengalop, kruitdampen, bloed en veel stof. Snelle montage en trillende frames. Een zwaar bewapende geldkoets wordt overvallen. Je zit er meteen in.

De bende van Ben Wade (Russell Crowe) zit achter deze gruwelijke overval. Tegenover deze koudbloedige moordenaar staat Dan Evans (Christian Bale), de hard werkende rancher op de rand van de financiele afgrond. Samen met zijn twee zonen is Evans getuige van deze brute actie. Tot overmaat van ramp heeft Wade Evans' kudde ingezet om de geldkoets de weg te laten versperren.

Evans woont met zijn vrouw Alice (Gretchen Mol) en hun twee jonge zonen in een cabin op een stuk land in de woestijn van Arizona. Hun toch al moeilijke leven wordt onmogelijk gemaakt door een man die Hollander (Lennie Loftin) heet. Hollander's baas wil dat Evans opzout omdat zijn huis op de route van de toekomstige spoorweg ligt. Hollander steekt de stallen in de fik. Na vijf minuten is duidelijk wat voor vlees we in de kuip hebben en wie de good guys en wie de bad guys zijn.

Alle mannen van de geldkoets worden vermoord, op Byron McElroy, een van de bewakers, na. Dit is overigens een prachtige rol van veteraan Peter Fonda. In de loop van het verhaal wordt duidelijk dat McElroy een fundamentalist en opportunist (lees, ' overlever') bij uitstek is. Wade zal hem zijn leven sparen omdat hij hem wil laten lijden. De wraak zal later worden ingelost.

Wanneer Evans naar het stadje Brisbee gaat om verhaal te halen bij Hollander, kruist Wade opnieuw zijn pad. Wade wordt gearresteerd en moet de gevangenis in. Voor een beloning van 200 doller verhuurt Evans zichzelf om Wade op de trein naar Yuma te zetten. Samen met een handjevol mannen gaan ze op weg. Tijdens deze tocht zit de bende van Wade hen op de hielen, maar ook de Apaches laten van zich horen. Het is immers het wilde westen.

In Wade sluimtert een stukje goedheid en in Evans een stukje slechtheid. Dat maakt de karakters van Crowe en Bale zo interessant. Beiden slagen er in om deze gecompliceerde karakters uit te laten stijgen boven de ruwe bolster blanke pit en de opportunistische ranger. Wade weet veel ontzag te genereren onder zijn mannen en Evans is de huisvader die nauwelijks respect weet op te wekken bij zijn oudste zoon William.

3:10 to Yuma is een remake van de western met dezelfde naam uit 1957 onder regie van Delmer Daves. Het script werd ook nu geschreven door Halsted Wells. In de remake is ruimschoots aandacht voor de dynamiek tussen Dan Evans en Ben Wade. James Mangold levert met 3:10 to Yuma een overtuigende en traditoneel ogende western af. Voor de bende van Wade is ook meer aandacht dan in het orignineel. Zo verklaart Charlie Prince (Ben Foster) de persoon van Ben Wade.

Een western betekent kogels, ongeschoren mannen, drank en rivaliteit. Vrouwen komen er nauwelijks in voor. En waar ze dat wel doen zijn het avontuurlijke en mooie vrouwen die van saloon naar saloon trekken om hun brood te verdienen als zangeres, actrice, serveerster, barvrouw, prostituee. Of, het zijn vrome en hardwerkende huisvrouwen. In westerns blijven vrouwen hangen in stereotypen. De historische integriteit moet met een korrel zout worden genomen. Maar dat zal menigeen voor lief nemen bij een western als 3:10 to Yuma.

Brideshead Revisited



Tag line: Love is not ours to control 
 


Regie: Julian Jarrold 

Scenario: Andrew Davies & Jeremy Brock

Waar: Kijkhuis, dagelijks 21:00 uur (check web-site voor updates) 


Brideshead Revisited is een sfeervol plaatjesboek dat zich afspeelt rond een aristocratische katholieke familie en hun landhuis, Brideshead. De centrale figuur in het verhaal is Charles Ryder (Matthew Goode). Wanneer hij geschiedenis gaat studeren in Oxford komt hij in contact met de flamboyante Sebastian Flyte (Ben Wishaw) en diens homosexuele vriendenkring. Sebastian wordt verliefd op Charles en introduceert hem thuis. Charles wordt aanvankelijk geaccepteerd door de bijna geloofswaanzinnige moeder van Sebastian, Lady Marchmain (Emma Thompson). Zij denkt dat de gereserveerde Charles een goede invloed zal hebben op haar aan alchohol verslaafde zoon. Maar wanneer Charles meegaat naar Venetië, waar de vader van Sebastian met zijn minnares Cara (Greta Scacchi) woont, en verliefd wordt op dochter Julia Flyte (Hayley Atwell) krijgt de moeder argwaan en raakt Sebastian volledig de kluts kwijt. Lady Marchmain wil haar dochter namelijk uithuwelijken aan een man die katholiek is en zeker niet aan de ongelovige Charles. De teleurgestelde Sebastian verdwijnt met liefdesverdriet naar Marokko. Charles laat de familie los, trouwt en komt na een aantal jaren Julia tegen…

Natuurlijk ontkomt de regisseur Julian Jarrold, die met Becoming Jane ervaring op deed met het genre kostuumdrama, niet aan uitgebreide kritiek. In de eerste plaats is er de meesterlijke roman van Evelyn Waugh uit 1945. De klassieker over verboden liefde en het verlies van de onschuld. Naar aanleiding van dit boek werd in 1981 een televisieserie gemaakt. Deze serie was en is, want het staat nog steeds als een huis, een geslaagde uitwerking van de roman. Hier worden de religieuze belangen en de sociale relaties wel ruimschoots uitgewerkt. De afleveringen geven een gedetailleerd beeld van de gecompliceerde werkelijkheid van de Engelse aristocratie tussen de eerste en de tweede wereldoorlog. De katholieken vormden een minderheid. De sexuele normen en waarden en de spanningen daaromtrent geven voldoende stof voor een heus drama. Maar goed, er is dan ook voldoende tijd om dit uit de doeken te doen.

Helaas is Brideshead Revisited als speelfilm te saai en bij tijd en wijle zelfs verward. Jarrold slaagt er niet in om de kijker mee te nemen in de wereld die Brideshead heet. De acteurs blijven afstandelijk waardoor wij ons niet kunnen indentificeren met de personages. Wishaw is als de alcoholistische Sebastian eigenlijk pathetisch. Een veels te simpele uitwerking van dit gecompliceerde karakter uit de roman. Emma Thompson is als de katholieke moeder te karikaturaal. Eigenlijk zijn alle personages in de film simpel. Dat is jammer want het boek biedt zo veel meer aanknopingspunten. Brideshead Revisited is prachtig gefotografeerd met asymetrische en poëtische beelden. Maar de tweede helft van de film, wanneer Charles en Sebastian niets meer hebben, ontwikkelt zich platvloers zonder enige verbeeldingskracht.

Elegy



Regie: Isabel Coixet
Waar: Kijkhuis, dagelijks 21:30 uur (check web-site voor updates)

Mannen worden vaak veel aantrekkelijker naarmate hun leeftijd vordert. Dat lijkt zeker op te gaan voor David Kepesh (Ben Kingsley). Als gevierd professor in de literatuurgeschiedenis lukt het hem telkens weer om op charmante wijze een van zijn net afgestudeerde studentes het bed in te praten. Dat is uitgekookt want zo vermijdt hij mogelijke aanklachten van sexuele intimidatie. Kepesh is reeds voorbij de middelbare leeftijd. Hij heeft een krachtig libido. Ooit was hij getrouwd maar kwam er spoedig achter dat hij niet uit het huwelijkse hout was gesneden. Hij gaf de voorkeur aan het vrije leven. De enige vastigheden die hij heeft zijn een mooie carrière en zijn minnares Carolyn (Patricia Clarkson). Zij studeerde twintig jaar geleden bij hem af. Beiden zijn aan elkaar gewaagd omdat voor beiden hun relatie duidelijk is. Carolyn zal bijvoorbeeld nooit verwachten dat David haar op komt halen van het vliegveld of dat hij haar overlaadt met sieraden. En dat hoeft ook niet. Zij delen slechts het bed, een mooie fles wijn en een gesprek. Beiden laden hun accu op en gaan daarna weer vrolijk verder met hun eigen leven.

Zo begint Elegy met een beeld te schetsen van David Kepesh en zijn ‘losbandige’ en geregelde leven. Maar op een dag ontdekt hij Consuela Castillo (Penelope Cruz). Ze zit op de voorste rij tijdens zijn college en hij kan zijn ogen maar niet van haar af houden. Via zijn voice-over worden wij ingewijd in zijn overpeinzingen en motivaties. Zo begrijpt de kijker dat de mooie Cubaanse Consuela voor hem een geval apart is. Bij zijn jaarlijkse cocktail party, georganiseerd bij hem thuis, laat hij alle studentes links liggen. Hij heeft alleen oog voor Consuela. De geslepen versierder voelt zich voor het eerst sinds jaren onzeker wanneer hij haar uitnodigt om met hem naar een toneelstuk te gaan. En, natuurlijk gaat ze er op in. En dan begint het.

Steeds verder zakt David weg in de zoete liefde van deze jonge vrouw. Maar daarmee neemt zijn angst haar te verliezen aan een of andere knappe jongeman ernstig toe. David wordt jaloers en voelt zich uiteindelijk instabiel wanneer Consuela niet in zijn dircte omgeving is. David kent zich zelf niet meer. Zijn beste vriend en dichter George O’Hern (Dennis Hopper) raadt hem met klem aan deze vrouw onmiddelijk te dumpen. Ze heeft al veel te veel macht over hem. Al geeft David zijn vriend gelijk, op het moment suprême doet hij precies het tegenovergestelde en vraagt of ze met hem naar Parijs wil gaan. Het is duidelijk. David Kepesh zit er tot over zijn oren in.

Elegy is gebaseerd op het boek van de bekende Amerikaanse schrijver Philip Roth: The Dying Animal. Het boek is tot film script bewerkt door Nicolas Meyer. Elegy is een karakterschets van vooral de man David Kepesh. Het is zacht, zoet en soms melancholiek. De film is wel erg traag. Zo zijn de scenes tussen David en zijn zoon Kenny (Peter Sarsgaard) misschien overbodig. De scenes met Consuela in David’s flat worden lang uitgerekt met weliswaar prachtige, doch clichématige, muziek. Het is mede te danken aan de charismatische Kingsley, zo nu en dan verwikkeld in een scherp gesprek met Hopper, en natuurlijk de mysterieuze schoonheid van La Cruz, dat de film zonder een alles overheersende verveling uitgezeten kan worden.

Mongol - The untold story of Genghis Khan



Tag line: Greatness comes to those who take it

Regie: Sergei Bodrov
Scenario: Sergei Bodrov en Arif Aliyev
Waar: Kijkhuis, dagelijks 21:45 (check web site voor updates)

Mongol is een multidimensionaal portret van Temudgin, beter bekend als Genghis Khan. Het begint met zijn jeugd en eindigt met de veldslag die zijn lot als Khan voor altijd zal verzegelen. Onder zijn leiderschap beleefde het Mongoolse rijk een ongekend hoogtepunt. Genghis Khan wist namelijk in de 13e eeuw de Mongoolse clans te verenigen en zodoende de helft van de dan bekende wereld te veroveren.

Mysterie en controverse hebben het personage Genghis Khan altijd omringd. Het eerste literaire werk over zijn leven en de Mongolen in het algemeen dateert uit de middeleeuwen: 'de Geheime Geschiedenis van de Mongolen'. Het is waarschijnlijk geschreven enkele decennia na zijn dood. In de 19e eeuw werd deze tekst ontdekt door de Russische sinoloog Pallady Kafarov. Deze constateert dan dat dit geschrift in China had gediend als basistekst om de Mongoolse taal en cultuur te leren. Verder bevat de tekst een hoog gehalte aan mythologische associaties. Deze symbolen geven een beeld van het leven van deze nomaden als een ultiem natuurvolk. Zo zou Temudgin afstammen van een wolf.

De regisseur/auteur Sergei Bodrov en auteur Arif Aliyev hebben dit document als uitgangspunt genomen daarbij geholpen door een aantal Russische wetenschappers. Dergelijke historische films worden hier natuurlijk veel interessanter door. De film is een redelijk verantwoorde kennismaking met het personage Genghis Khan. Mongol is doorspekt met spectaculaire, gewelddadige slagveldscenes. Het bloed, dat hier letterlijk van het doek spat, is wel functioneel. Hier laat Bodrov zien dat Temudgin, gespeeld door de Japanse acteur Asano Tadanobu, een groot strategisch krijgsheer was die oorlog voeren tot zijn specialiteit had gemaakt. Zijn leger was aanvankelijk klein maar groeit snel, onder andere door zijn rechtvaardigheid tegenover zijn officieren en soldaten. Ghengis Khan reorganiseerde zijn leger en verenigde de Mongolen tot een volk. Hij combineerde een ijzeren discipline met een sterk gevoel voor loyaliteit.

Temudgin gaat regelmatig bidden in de bergen en komt dan direct in contact met zijn God. Dat Temudgin zou afstammen van een wolf wordt in deze scene succesvol geillustreerd. De prachtige fotografie van de wolf, die hem van bovenaf bespiedt, domineert dan even het filmmoment. Maar er is veel meer. Temudgin blijkt over een overleversmentaliteit te beschikken wat natuurlijk bij een krijgsheer van zijn formaat past. Ook is Shamanisme hem niet vreemd. Zo laat Bodrov zien dat Temudgin met de natuur weet om te gaan. Volgens de eerder genoemde tekst zou hij dat allemaal van zijn moeder hebben geleerd. In het leven van Temudgin zijn de vrouwen overigens zijn redders. Het zijn sterke vrouwen die geen blad voor hun mond nemen. Zo spreekt zijn vrouw Borte (Khulan Chuluun) twee soldaten bestraffend toe nadat ze iemand hebben gedood. En dat terwijl de net gevoerde en gewonnen oorlog met de Merkits in eerste instantie was gevoerd om haar te bevrijden..

De vroege jeugd van Temudgin, inclusief zijn ontmoeting met Borte, is gedraaid door de Nederlandse cameraman Rogier Stoffels. Voor de rest van de film was Stoffels niet beschikbaar waardoor Bodrov moest uitwijken naar Sergey Trofimov. Het verschil is niet merkbaar. De fotografie van beiden cameramannen is ronduit adembenemend. De productie, die begon in 2005, werd gedraaid op de oorspronkelijke locaties: China, Mongolie en Kazachstan. De totale duur van de opnames bedroeg 25 weken. Het draaischema werd verdeeld over drie seizoenen: zomer, herfst en winter. De professionele stuntmannen kwamen met hun eigen paarden. In de film wordt gezegd dat een paard belangrijker is dan een vrouw voor een Mongool. Volgens Bodrov, die zelf dol is op paarden, raakte geen enkel paard gewond en werden allen liefdevol verzorgd.

Bodrov heeft met een uitstekende crew en cast kunnen werken. De montage van de film was in handen van Zach Staenberg (the Matrix trilogy) en Valdis Oskarsdottir (Eternal Sunshine of the Spotless Mind). De talentvolle Dashi Namdakov ontwierp de set. Hij ontving er terecht een Nika award voor. De rol van Borte, de vrouw van Temudgin, bleek lastig in te vullen. Twee weken voor het draaien werd uiteindelijk Khulan Chuluun gevonden, een Mongoolse studente zonder enige acteerervaring. Dat ze talent heeft bewijst ze zonder meer.

De soundtrack, georchestreerd door de Finse Tuomas Kantelinen, is zeer de moeite waard. We horen de zogenaamde keelzingers of "chömei", de brommerige zangtechniek die door veel nomadische volken in Centraal Azie wordt toegepast. Verder was de succesvolle acht koppige Mongoolse folk-rock band Altan Urag betrokken bij het project. Eerder verzorgden zij de soundtrack voor de Mongoolse speelfilm Khadak. Bodrov vertelt dat hij bij het horen van deze muziek direct verliefd werd op hun geluid. Alles viel zodoende op zijn plaats. Een film die gemaakt is met veel liefde, dat straalt er van af.

Over de Grote Khan zijn nog altijd veel verhalen in omloop. Zo zou men in 2006 zijn paleis hebben ontdekt in Mongolie. Men speculeert over de locatie van zijn begraafplaats die zich mogelijkerwijs in dit paleis zou bevinden. Volgens een legende staat er op zijn graf geschreven: Als ik nog in leven was, zouden de mensen niet blij zijn.

In Bruges



Tag line: Shoot first. Sightsee later.

Regie/ Scenario: Martin MacDonagh
Waar: Kijkhuis, dagelijks 19:30 en 22:00 uur (check Kijkhuis – Trianon, Filmladder)

In Bruges is een tragikomische misdaadfilm over twee Ierse huurmoordenaars die van hun baas (Ralph Fiennes) na een uit de hand gelopen opdracht moeten onderduiken in Brugge. De film wordt gekenmerkt door scherp geschreven dialogen, formidabele acteerprestaties en onverwachte wendingen. Martin MacDonagh is een regisseur die we zeker in de gaten moeten houden. Eerder won hij een oscar voor regie en script van Six Shooter (2004). Deze korte film kan worden beschouwd als een stijloefening.

Ken (Norman Gleeson) en Ray (Colin Farell) hebben allebei zo hun eigen opvattingen over Brugge. Ken is gecharmeerd van de rijke historie en ziet wel wat in een sightsee vakantie in deze stad met zijn prachtig geconserveerde architectuur, sprookjesachtige kanalen en hobbelige kasseien. Ray daarentegen vindt het maar een gore stinkstad. Hij haat Brugge direct, vergelijkt het zelfs met de hel en is al helemaal niet geinteresseerd in geschiedenis. Hij drinkt liever biertjes in de bar. Zijn directe humor in combinatie met zijn cynisme werken aanstekelijk. Ken daarentegen is een door de wol geverfde hitman die genoeg begint te krijgen van dit vak. Als een soort mentor ontfermt hij zich over Ray die al snel in de problemen komt met enkele locals. Ondanks de grote verschillen in karakter blijken ze uiteindelijk veel om elkaar te geven.

Een dergelijk thema, twee boeven met een knagend geweten in een vreemde stad, is niet nieuw. Maar MacDonagh weet de drukkende, mysterieuze sfeer van het mistige Brugge en het curieuze van de twee ontheemde Ieren minutieus uit te buiten. Het verhaal staat bol van kunstige verwijzingen en zijlingse symboliek. Ken en Ray zijn niet zomaar ‘hard core’, een-dimensionale criminelen. Ze stellen duidelijk grenzen aan geweld. Dat maakt de film er overigens niet minder gewelddadig om. Wat rustig begint escaleert aanzienlijk. Het knappe is echter dat In Bruges ondanks de hardheid en de gewelddadigheid een ontroerend effect kan bewerkstelligen.

In Bruges doet qua stijl denken aan het werk van onder andere Quention Tarantino: briljant geschreven, bijna filosofische dialogen. MacDonagh is van huis uit een toneelschrijver en dat zal mede verklaren waarom zijn dialogen zo enorm goed in elkaar steken. Een van de vele voorbeelden:

Ken: Harry, let's face it. And I'm not being funny. I mean no disrespect, but you're a cunt. You're a cunt now, and you've always been a cunt. And the only thing that's going to change is that you're going to be an even bigger cunt. Maybe have some more cunt kids.
Harry: [furious] Leave my kids fucking out of it! What have they done? You fucking retract that bit about my cunt fucking kids!
Ken: I retract that bit about your cunt fucking kids.
Harry: Insult my fucking kids? That's going overboard, mate!
Ken: I retracted it, didn't I?

Ondanks de bloedige scenes en het ruige taalgebruik slaagt MacDonagh er in om het geheel smaakvol te houden. Brugge komt er als toeristische attractie zeer aardig van af, al overheerst een drukkend en ijselijk gevoel versterkt door de blauwe kleur en de mist. In die zin lijkt In Bruges op Nicolas Roeg’s Don’t Look Now dat zich afspeelt in Venetië en waar MacDonagh regelmatig naar refereert. Voor deze productie hebben de kerststallen tot eind maart in de binnenstad gestaan. De burgemeester heeft heel wat moeten uitleggen aan de inwoners en de toeristen. Het resultaat is verbluffend. Een must see !

The Happening


Tag line: We've Sensed It. We've seen the signs. Now, it's happening..

Regie: M. Night Shymalan (Manoj Nelliyattu Shyamalan)
Waar: Trianon, dagelijks 19:00 en 21:30 (check web site)

The Happening is een eco-thriller waarin een onzichtbare vijand plotseling het bestaan van de mensheid ernstig bedreigd. Een verborgen antagonist zet grote groepen mensen aan tot het plegen van gruwelijke zelfmoorden. Het begint in Central Park, New York en verspreid zich binnen een dag naar de aangrenzende staten in het noordoosten van de V.S.

Elliot (Mark Wahlberg) is een biologieleraar in Philadelphia die zijn studenten respect en erkennig voor de wetenschap probeert bij te brengen. Zijn vrouw Alma (Zooey Deschanel) is wat zoekende en onzeker over hun relatie en daardoor zit hun huwelijk in een dip. Om dat uit te werken neemt Shymalan nauwelijks tijd want hij laat Alma, Elliot en diens collega Julian (John Leguizamo) en zijn dochtertje Jess (Ashlyn Sanchez) zo snel mogelijk de stad uit vluchten. En dan begint een bizarre trek weg uit deze onbegrijpelijke verschrikking die steeds meer mensen aanzet tot zelfdoding. Al snel wordt duidelijk dat van een terroristische aanslag geen sprake is maar dat Moeder Aarde hier achter zit. Bij Shymalan zit het wezenlijke vaak in ogenschijnlijk onbelangrijke dingen. Dus is de liefde tussen Elliot en Alma is een belangrijker gegeven in de film dan dat het op het oog lijkt. Het is misschien jammer dat dit niet verder wordt uitgebouwd hoewel die spanning aan het eind wel wordt ingelost.

Wie een fan is van het werk van Shymalan (The Sixth Sense,The Village, Wide Awake) en van griezelen houdt zal The Happening wellicht kunnen waarderen. Als geslaagde thriller is de film echter te oppervlakkig en te slecht uitgewerkt. Sommige beelden zijn weliswaar huiveringwekkend en printen zich vast in het geheugen. Maar uiteindelijk is dat niet genoeg om de film te redden. Misschien heeft Shymalan zich laten inspireren door The Birds van Alfred Hitchcock. Maar de spanning die Hitchcock weet op te voeren én vast te houden is bij The Happening ver te zoeken. Eingelijk herhaalt Shymalan zich zelf. Zeker, als regisseur van het horror genre is hij bekwaam maar hij slaagt er niet in om vernieuwend te zijn of te blijven boeien.Zo wordt de spanning absoluut niet bevorderd door een toenemend aantal gruwelijke zelfdodingen. Desalnietemin, als een zomers niemendalletje kan The Happening er mee door. Als een serieuze thriller redt de film het niet en gaat het ten onder in zijn veelbelovende, onvoeldoende, uitgewerkte thema: de mens en de gruwelijk mooie relatie met de blauwe planeet.

Il y a Longtemps Que Je T'aime



Regie: Philippe Claudel
Waar: Trianon, dagelijks 18:45 en 21:30 uur (check web site)

Een film met Kristin Scott Thomas in de hoofdrol betekent genieten van een zuivere actrice met een groots talent voor gelaagd acteren. Ook in dit regiedebuut van Philippe Claudel schittert Scott Thomas als de koele, ingewikkelde en mysterieuze Juliette. Al domineert ze weliswaar bijna elke scène in de film, Claudel speelt het klaar om het geheel ingetogen te houden. Dat hij daarbij wordt geholpen door de door de wol geverfde Scott Thomas is evident. Eigenlijk is het onvoorstelbaar dat Scott Thomas dit jaar niet de Berlijnse Gouden Beer heeft ontvangen voor deze hoofdrol.

Il y a Longtemps Que Je T’aime is een familiedrama, geschreven én geregisseerd door Philippe Claudel. In Frankrijk zijn schrijvers die hun eigen werk verfilmen een normaal verschijnsel. De zogenaamde ‘auteur-réalisateur’ vormt in de Franse filmwereld ongeveer de hoogst bereikbare positie. De reeds gevierde schrijver Claudel maakt met Il y a Longtemps Que Je T’aime een geslaagd debuut hoewel sommige dialogen overschreven zijn. Dat zal dan te wijten zijn aan een schrijver die achter de camera staat.

Juliette heeft vijftien jaar in de gevangenis gezeten en is mede hierdoor behoorlijk vervreemd geraakt. Haar zus Léa (Elsa Zylberstein) kampt met schuldgevoelens en besluit om Juliette op te nemen in haar gezin. Claudel neemt zijn tijd, als in een boek, om stapje voor stapje tipjes van de sluier op te lichten. We zien Juliette’s karakter langzaam loskomen vanuit het koele en het gedesillusioneerde. Visueel ziet dat er ongeveer zo uit: een slecht geklede vrouw in een dikke wollen mantel verandert in een charmante dame in luchtige jurkjes. Zelfs Juliette’s haar gaat glanzen! Langzaam hervindt Juliette haar plaats in de maatschappij daarbij onvoorwaardelijk gesteund door Léa en een enkeling uit diens academische vriendenkring. Natuurlijk komen we steeds meer te weten over het afschuwelijke drama van deze vrouw. Langzaam vormen de stukjes een geheel.

De titel van de film verwijst overigens naar een zin uit een liedje dat de twee zussen samen zongen toen ze nog kleine meisjes waren. Juliette zal dit liedje in de loop van de film leren aan P'tit Lys (Lise Ségur), een van de geadopteerde dochtertjes van Léa. Overigens een prachtige rol van dit kleine meiske. Het liedje staat symbool voor de hernieuwde band tussen Juliette en Léa. Claudel slaagt er, ondanks alles, niet in om de onderhuidse spanning tussen deze twee totaal verschillende levens vast te houden al regisseert hij zijn acteurs goed. Hij heeft oog voor detail en hij chargeert de emoties niet. En misschien is het daarom dat het ontroerende einde een ontluisterend effect heeft. Want we weten eigenlijk al lang wat er aan de hand is.

Happy-Go-Lucky



Regie: Mike Leigh
Waar: Kijkhuis, dagelijks 19:30 en 22:00 uur (check web site)
Met Happy-Go-Lucky heeft Mike Leigh een film afgeleverd waar hij dicht op de huid zit van zijn acteurs. Dat betekent dat de algehele verschijning en het karakter van Pauline, die als Poppy door het leven gaat, je moet raken of fascineren. Zo niet, dan zou de film wel eens een lange zit kunnen zijn. In die zin is Happy-Go-Lucky niet voor iedereen geschikt. En al speelt het verhaal zich af in het fotogenieke zomerse Londen, wat aardige plaatjes oplevert, voor de film is dit gegeven absoluut niet relevant.

De excentriek geklede, zeer Britse, Poppy (Sally Hawkins) is een bijna ziekelijk optimistische alleenstaande lerares van 30 jaar. Ze deelt reeds tien jaar een appartement met een bevriende lerares Zoe (Alexis Zegerman). Eigenlijk heeft Poppy een onbezorgd leventje. Maar het is niet zo dat ze niet verlangt naar een relatie. Het is gewoon nog niet op haar pad gekomen. En dat accepteert ze en gaat niet bij de pakken neer zitten. Als op een dag haar fiets wordt gestolen is ook dat een grapje waard. Ze besluit om rijlessen te gaan nemen. En deze scenes vormen de ruggegraat van de film en zijn ongetwijfeld de meest hilarische. Poppy en haar paranoïde rij-instructeur Scott (Eddie Marsan) zijn elkaars tegenpolen waarbij de laatste fenomenaal acteert. Uiteindelijk zal Scott een gevoelige bekentenis doen. En dan blijkt dat Poppy niet zo naief is als ze aan de oppervlakte uitstraalt. Haar voornaamste, en zo nu en dan meest irritante, karaktertrek is haar flauwe gevoel voor humor. En haar lachje. Desondanks is Hawkins in staat om Poppy zo nu en dan ontwapenend en daadkrachtig te laten zijn. Als een van haar leerlingen te maken krijgt met huiselijk geweld kan Poppy voortvarend optreden. Dat Leigh dit incident als vehikel gebruikt om Poppy aan een man te helpen is daarbij wel wat bitter.

Happy-Go-Lucky is een film die voortkabbelt. Waarschijnlijk ligt er heel wat gesneuveld materiaal op de vloer van de montagesuite. Een echt plot is er niet. De dialogen zijn bijna cartoonesk. Mike Leigh wordt terecht een ‘sociaal realist’ genoemd. Dit betekent overigens niet dat Leigh’s werk documentair aandoet. Leigh blijft daar te gestileerd voor. Dit is onder andere zichtbaar in het camerawerk van Dick Pope. Een voorbeeld daarvan is het strakke kader in de trampolinescene waar Poppy in en uit het beeld springt. Het kleurenpalet van Happy-Go-Lucky is vrolijk. De zon schijnt altijd en er is bijna nooit een wolkje in de lucht. Tijdens het 2008 Film Festival van Berlijn, waar Hawkins voor haar rol als Poppy een Gouden Beer in ontvangst mocht nemen, verklaarde Leigh dat hij ‘een film wilde maken over wat miljoenen mensen doen. En dat het niet allemaal ellende is in de wereld.’ Een opmerkelijke uitspraak van een regisseur die Naked (1993) regisseerde, in veel opzichten de tegenhanger van Happy-Go-Lucky.

Leigh is een opmerkelijk regisseur met een speciale werkwijze. Zo repeteert hij maanden met zijn cast, vervolgens schrijft hij het script waarbij de dialogen vaak improviserend zijn ontstaan, en pas dan draait hij de film. De acteurs weten wat ze moeten doen maar het grote plaatje kennen ze niet.

Happy-Go-Lucky is een aanrader voor hen die vooral houden van een gezellige film zonder veel complicaties. Maar zoals eerder aangegeven is het daarbij wel essentieel dat de wat maffe Poppy je moet bekoren. Als dat zo is dan valt er van Happy-Go-Lucky volop te genieten.

Persepolis


Regie
: Marjane Satrapi en Vincent Paronnaud
Waar: Kijkhuis, dagelijks 19:15 uur (check website voor updates)



In de bijna zwart-film animatiefilm Persepolis is Marji, Marjane Satrapi, een opgroeiend meisje in het Iran van de eind jaren ’70. De revolutie en de oorlog met buurland Irak vormen het decor van Marjane’s psychologische en sociale ontwikkeling tot de vrouw die uiteindelijk zal besluiten zich in Parijs te vestigen. Gevoelige thematiek.


Marjane Satrapi is een cartoonist die woont en werkt in Parijs. Ze werd bekend door haar stripboek Persepolis. Het besluit dit boek te verfilmen was verstandig getuige de internationale positieve kritiek die Satrapi en Paronnaud ontvangen. Persepolis is een met veel liefde gemaakte animatiefilm. Een ouderwetse, zoals die 40 jaar geleden nog werden gemaakt, handgetekend. Voor de Engelse versie werden Gena Rowlands, Sean Penn en Iggy Pop gevraagd. Zij verleenden graag hun medewerking. Persepolis is een juweeltje. De film won geen Oscar maar wel de Publieksprijs in Rotterdam en de Juryprijs in Cannes.

Marji (Marjane) is een nieuwsgierig en slim meisje. Ze is ook een brutaaltje. Ze marcheert door de kamer en is een groot bewonderaar van Bruce Lee. Ze luistert naar Iron Maiden en haalt op straat kattekwaad uit met haar vriendjes en vriendinnetjes. We leren haar lieve vader (Sean Penn) en moeder (Catherine Deneuve) kennen en haar oom Anouche (Iggy Pop), die vanwege zijn politieke overtuiging en vaderlandsliefde uiteindelijk geëxecuteerd zal worden. Verder haar oma (Gena Rowlands) die zich als een beschermengel door Marjane’s leven beweegt. Oma is kritisch, lief en behoorlijk ongeremd. Ze stopt jasmijnbloesems in haar bustier waardoor ze altijd heerlijk ruikt. Marjane is dol op haar oma die haar onvoorwaardelijk adoreert. Dan is er verder nog de sociale omgeving die veelal wordt bepaald door de locatie: over het algemeen onsympathieke mannen in het verkeer en op bankjes, moeders (Wachtsters van de Revolutie) in chador die zich letterlijk buigen over Marjane’s verschijning en haar ‘symbolen’ (punk is not ded en Michael Jackson) en klasgenootjes wiens vaders communisten vermoorden.

De impliciete kritiek van Marjane op Iran richt zich niet uitsluitend op de mannelijke dominantie en de hypocrisie van de Iraanse overheid. De vinger wijst ook naar het westen dat destijds de Sjah Mohammed Reza Pahlavi steunde en wapens leverde. Knap is de balans tussen harde werkelijkheid en humor. Zo zijn we bijvoorbeeld getuige van Marjane’s metamorfose tot vrouw. Volgens haar gebeurde dat in één nacht. Of zijn we bij een tekenles waarbij het model is gekleed in een burka. De kracht van animatie komt dan volledig tot zijn recht. Ook zingt Marjane ‘The Eye of the Tiger’ (de hit van Survivor in 1982) terwijl zij zich uit een depressie aan het aerobikken is. Eigenlijk laat Persepolis de geschiedenis van Iran zien. Verschillende familieleden vertellen hun persoonlijke verhalen door de ogen van Marjane in een veranderende Iraanse samenleving.

Ondanks de thematiek is Persepolis zeer toegankelijk. Door de animatie kunnen we voldoende afstand nemen van de hoofdpersonages. Hoewel er zeker een aantal hartverscheurende momenten zijn. Maar bij een speelfilm zou dit al snel clichématig worden. In Persepolis is alles 100% geloofwaardig. In Iran werd de film helaas niet goed ontvangen. Er schijnt een behoorlijke ophef te zijn geweest naar aanleiding van de film. Op speciaal verzoek van de Iraanse ambassade werd de film van het programma gehaald van het Bangkok Filmfestival 2007.

Persepolis is een 'coming of age' verhaal, kritisch en poetisch. De makers hebben een universeel herkenbare film gemaakt waarin etniciteit minder belangrijk is dan de verschillende personages met hun eigenaardigheden en problemen. Marjane’s oma blijft een rots in de branding. Het zijn haar wijsheid en levenservaring die Marjane steunen in tijden dat het niet goed met haar gaat. Oma zegt bijvoorbeeld: ‘Wanneer vervelende mensen je pijn doen moet je je realiseren dat hun eigen domheid verantwoordelijk is voor hun gedrag.’ Maar ook: ‘Het eerste huwelijk is niets meer dan een oefening voor het volgende.’ En wie kan dat nou beter zeggen dan La Rowlands!

Before the devil knows you're dead

No one was supposed to get hurt

Regie: Sidney Lumet
Waar: Kijkhuis, dagelijks 21:45 uur (check
web site voor updates)

De 83 jarige meesterregisseur Sidney Lumet is terug met een thriller over morele en emotionele vernietiging. Misschien is deze New Yorkse misdaadfilm wel de beste film uit zijn oeuvre. Before the devil knows you’re dead is een verhaal waarbij de slachtoffers en de daders uit een en dezelfde familie komen. Hierdoor krijgt het verhaal iets claustrofobisch en onontkoombaars. Qua opzet heeft het overeenkomsten met een Griekse tragedie. Hoewel, in Before the devil knows you’re dead komt het kwaad niet voort uit een of ander metafysisch plan. Het verdorvene is hier een direct gevolg van de fouten in het menselijk karakter: hebzucht, jaloezie, ijdelheid – in dit geval raken twee broers steeds meer verstrikt in de door hen zelf veroorzaakte ellende.

De titel van de film: Before the devil knows you’re dead komt van een Iers troostgezegde: “May you have food and raiment, a soft pillow for your head; may you be 40 years in heaven, before the devil knows you're dead.” (Moge je voedsel en kleding hebben, een zacht kussen voor je hoofd: moge je 40 jaar in de hemel zijn voordat de duivel doorheeft dat je dood bent). Twee broers, de sluwe Andy (Philip Seymour Hoffman) en de naïeve Hank (Ethan Hawke) hebben allebei dringend geld nodig. De eerste omdat hij er een paar dure behoeftes op nahoudt en getrouwd is met een bimbo (Marisa Tomei) die graag veel geld uitgeeft. De tweede omdat hij alimentatie moet betalen en niet, zoals zijn broer, een 6-cijferig salaris opstrijkt. Andy, de oudste van de twee, komt met een plan om de juwelierszaak van hun bejaarde ouders te overvallen. Een kat in het bakkie want de ‘ins & outs’ zijn bekend, ze weten waar het alarm zit en waar alle sleutels zich bevinden. Bovendien zal de verzekering van pa en ma alles vergoeden. Andy zal echter niet actief meedoen omdat hij alle eigenaren van de aangrenzende winkels kent en dus niet het risico kan lopen herkend te worden. Hank, die aanvankelijk twijfelt aan dit bizarre plan, is belast met de uitvoering. Hij maakt daarbij een cardinale fout door maatje Bobby (Brian O’Byrne) er bij te betrekken. Dit overlegt hij niet met Andy. Bobby neemt, tegen de afspraak in, wel een geladen vuurwapen mee. De overval mislukt vreselijk en vanaf dat moment werken Andy en Hank zich steeds verder in de nesten.

Middels een niet chronologische verhaallijn regisseert Lumet zijn cast op de voor hem bekende magistrale wijze. Door te kiezen voor deze vorm kan Lumet onder andere dieper ingaan op de motivaties van de twee broers, het slechte huwelijk van Andy en Gina en de vader-zoon relatie. Philip Seymour Hoffman, Ethan Hawke, Albert Finney, Marisa Tomei – ze acteren met alle gemak van de wereld en zijn een genot om naar te kijken. Hawke zet als de onnozele, onhandige Hank Hanson een prestatie neer die de kijker onrustig maakt. Ook Hoffman en Finney zijn magnifiek, waarbij de laatste als Engels geschoold toneelacteur zeer overtuigend overkomt als een goedgeaarde bejaarde New Yorker. Tomei als de dellerige echtgenote van Andy boeit ook al is ze als Gina oliedom. Dit zijn natuurlijk topacteurs en Lumet weet daar als geen ander gebruik van te maken. De schrijver van het scenario, Kelly Masterson, heeft zeven jaar lopen leuren met zijn script. Gelukkig zag Lumet er wat in. Er zullen maar weinig regisseurs zijn die een dergelijk verhaal zo doeltreffend kunnen vertellen. Het knappe is dat de film steunt op twee pijlers: het ene verhaal is een intrigerend familiedrama, het andere verhaal is een onderkoelde uiteenzetting van crimineel amateurisme en onhandigheid.

In de Verenigde Staten werd Before the devil knows you’re dead terecht positief ontvangen. Bij Lumet is het misdaadgenre natuurlijk in vertrouwde handen. Serpico (1973), Dog Day Afternoon (1975), The Verdict (1982) – het zijn allemaal films die hun indruk hebben achtergelaten in de filmgeschiedenis. Overigens heeft Lumet deze film gedraaid op HD video. Op een persconferentie tijdens het New York Film Festival 2007 schijnt hij gezegd te hebben dat draaien op film “a pain in the ass” was. Hij voorspelde dat wanneer filmdistributeuren en exploitanten het eens kunnen worden over een digitaal projectieformaat het celluloid voorgoed van het toneel zal verdwijnen. Het illustreert dat deze veteraan met ruim 50 jaar ervaring niet verstokt is geraakt. Het is maar te hopen dat hij nog veel films gaat regisseren.




Empties


Regie: Jan Svěrák
Waar: Kijkhuis, dagelijks, 19:15 uur

Empties is een geestige en sympathieke film met een bitterzoete ondertoon en uit het leven gegrepen. Met deze film sluit Svěrák zijn trilogie over het leven, de liefde en de leeftijd. Elf jaar na het tweede deel Kolya dat hem in 1996 een oscar opleverde.

Het winterse Praag vormt het decor wat prachtige plaatjes oplevert. Josef Tkaloen (Zdenek Svěrák, de vader van de regisseur) is een onderwijzer die de pensioensgerechtigde leeftijd heeft bereikt. Dat is maar goed ook want veel motivatie kan hij niet meer opbrengen. Toch heeft Josef helemaal geen zin om thuis te gaan zitten bij zijn korzelige vrouw Eliška (Daniela Kolářová). In plaats daarvan knapt hij zijn oude fiets op en gaat als koerier aan de slag. Dit levert humoristische situaties op. Na een onschuldig ongelukje gaat Josef solliciteren bij de plaatselijke supermarkt. De emballageafdeling heeft aan hem een goedgemutste, hard werkende kracht die zijn collega’s en de clientèle voorziet van raad en daad. En zo nu en dan koppelt hij mensen aan elkaar, onder andere een oud collega aan zijn eigen dochter die verlaten is door haar overspelige echtgenoot. Josef heeft eigenlijk altijd wel goede zin terwijl zijn vrouw zich in toenemende mate zwaar verwaarloosd voelt. Ondertussen fantaseert Josef over erotische ontmoetingen met voor hem bekende vrouwen in treincoupé’s. Dit geeft de film een onbezorgde ondertoon zodat de kifterige scènes tussen Josef en zijn vrouw minder zwaar aankomen. Je weet dat ze ergens toch van elkaar houden.

De personages zijn, ondanks hun omstandigheden en gebreken, over het algemeen aardig en stabiel. Ze blijven daardoor een beetje oppervlakkig. Dat is overigens niet storend. Empties wordt grotendeels gedragen door Zdenek Svěrák die veel weg heeft van Sean Connery. Daniela Kolářová, die de vrouw van Josef speelt, is aandoenlijk. Haar schreeuw om aandacht heeft haar veranderd in een gedesillusioneerde vrouw. Pas als een van haar leerlingen zijn gevoelens voor haar laat blijken leeft ze op en dat maakt haar meteen een heel stuk aantrekkelijker.

Empties is een innemende film die voor hetzelfde geld problematisch had kunnen zijn. Maar Svěrák richt de aandacht vooral op de personages aan de zijlijn en niet op de huwelijkse perikelen van Josef en Eliška. Dat hoeft ook niet want het is eigenlijk wel duidelijk dat hun huwelijk stand houd. De slotscène van de film is oprecht hartverwarmend.

Rendition

What if someone you love... just disappeared?

Regie: Gavin Hood
Waar: Kijkhuis, dagelijks 22:00 uur

De politieke thriller Rendition gaat over een kafkaësk doch actueel fenomeen met dezelfde naam. Het is een omstreden handelswijze die na 9/11 regelmatiger is ingezet door de Amerikaanse overheid en haar Central Intelligence Agency. Bij ‘rendition’ wordt een verdachte, vaak buitenlandse, inwoner van de Verenigde Staten op verdenking van terroristische (neven)activiteiten opgepakt. Dit gebeurt meestal bij grensposten en vliegvelden. Vervolgens verdwijnt deze verdachte voor zijn directe omgeving totdat duidelijk wordt dat hij in een CIA gevangenis zit ergens buiten de VS.

Deze nachtmerrie overkomt Isabella (Reese Whiterspoon) en Anwar El-Abrahimi (Omar Metwally). Omar is een chemisch ingenieur op zakenreis in Cape Town en hij wordt verdacht van betrokkenheid bij een bomaanslag ergens in Noord Afrika. Zijn vrouw Isabella is hoogzwanger wanneer haar man gemarteld wordt in een donkere kelder in Marrakech. Anwar is slachtoffer geworden van zowel het terroristische netwerk dat zijn mobiele nummer heeft misbruikt als van de Amerikaanse overheid die het zekere voor het onzekere neemt. Zijn vrouw gaat met behulp van ex-vriend Alan Smith (Peter Sarsgaard) werk maken van zijn bevrijding. Smith werkt voor senator William Dixon (David Fabrizio) en heeft zodoende makkelijker toegang tot de kanalen dan de willekeurige burger. Het is overigens niet eenvoudig want alles wordt tot op het hoogste niveau ontkent. De CIA ‘rookie’ Douglas Freeman (Jake Gyllenhaal) wordt getuige van zijn eerste marteling en hij heeft er van begin af aan zijn twijfels bij. Gyllenhaal is overtuigend vooral wanneer hij geen dialoog heeft. Niet dat hij zijn dialogen slecht uitspreekt overigens. In deze film zijn alle acteurs op hun plaats. Zo is Meryll Streep als Corinne Whitman, the big boss, indrukwekkend en ijskoud. Het is opvallend dat deze actrice die wij kennen van de gevoelige rollen, de laatste jaren vooral bitchy karakters speelt. Een rol die haar overigens zeer goed afgaat.

Bij Anwar’s ondervraging wordt ‘waterboarding’ toegepast. De regisseur Hood gaat daarbij smaakvol tewerk onder andere door zich te concentreren op het gezicht van Jake Gyllenhaal. De laatste speelt hierbij duidelijk de gekwelde held die uiteindelijk behoorlijk buiten zijn boekje zal gaan. Het verhaal heeft wat losse eindjes en toevalligheden waardoor het geheel soms wat fragmentarisch aandoet, zeker aan het begin. Uiteindelijk is Rendition een geslaagd pleidooi tegen de onbeschaafdheid en de ongeschiktheid van martelen. Toch had de boodschap meer impact kunnen krijgen als er andere keuzes waren gemaakt. Maar, de film is het bekijken meer dan waard.


No country for old men

There are no clean getaways

Regie: Joel en Ethan Coen
Waar:
Kijkhuis, dagelijks 19:30 en 22:00 uur

De broers Joel en Ethan Coen hebben met no country for old men weer eens bewezen dat ze absolute meesters zijn in het mengen van grafisch geweld, onderhuidse spanning en zwartgallige humor. Gebaseerd op het gelijknamige boek (2005) van Pulitzer Prize winnaar Cormac McCarthy is deze film een traag en moorddadig kat en muisspel dat draait om drie mannen: de verveelde cowboy Llewelyn Moss (Josh Brolin), de gedesillusioneerde sherrif Ed Tom Bell (Tommy Lee Jones) en de koelbloedige huurmoordenaar Anton Chigurgh (Javier Bardem). De laatste is huiveringwekkend met zijn zware en vlakke stem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bardem reeds een Golden Globe Award voor deze rol ontving. Het was voor deze Spaanse acteur overigens zijn eerste keer in een Amerikaanse film. Aanvankelijk was Bardem niet zo enthousiast. Te veel geweld vond hij. Bovendien kon hij geen autorijden en sprak hij geen woord Engels. Maar de broers waren overtuigd van hun zaak. Bij de komende Oscar uitreikingen zou het zomaar kunnen dat Bardem ook nog een gouden mannetje in de wacht sleept.

Wat doe je wanneer je een koffer vindt met heel veel geld? Dat overkomt de Texaan Llewelyn Moss wanneer hij tijdens de jacht op antelope in de woestijn bij toeval stuit op de gevolgen van een criminele afrekening: een aantal pick up trucks, stoffelijk overschot van mannen en een pitbull terrier. De vliegen zwermen rond, de lucht trilt en het is woestijnstil. Moss neemt de koffer mee en begrijpt dat het niet lang zal duren voordat iemand de buit komt opeisen. Hij heeft gelijk. Naast de plaatselijk sherrif Ed Tom Bell die moeite heeft met de afnemende moraal wordt Moss feilloos opgespoord door Chigurgh. Dat lijkt een simpele verhaallijn zij het niet dat Chigurgh zich daarbij laat leiden door de bekende ‘flip of a coin’.

Wie in no country for old men niets anders ziet dan een gewelddadige film slaat de plank volledig mis. Angstaanjagende scenes van de film zijn niet die waar fysiek geweld in beeld wordt gebracht. De werkelijke suspense bewerkstelligen de broers Coen in de gecompliceerde simpelheid van de rust. Dat komt onder andere terug in de enscenering, het licht, de props, de interactie en de dialogen van de acteurs. De
dialogen zijn briljant geschreven en worden prachtig verwoord en geacteerd door Jones, Brolin, Bardem en Kelly MacDonald (Trainspotting). MacDonald is zeer geloofwaardig als vrouw van Moss in een Texaanse trailer park.

No country for old men is zeker niet vederlicht. Het is als een schilderij dat is opgebouwd uit verschillende olieverflagen. Muziek zit er ook niet in (behalve de source-music). Je moet er echt voor gaan zitten en hem misschien meer dan een keer zien.

Bronnen:
http://www.imdb.com/
http://www.cinema.nl/
http://www.nocountryforoldmen.com/

Mio fratello è figlio unico




Regie: Daniele Luchetti
Waar: Kijkhuis, gezien 31 januari

Accio Benassi (Elio Germano) is een behoorlijk ettertje. Opvliegend, tegendraads en altijd op oorlogspad. Hij drijft zijn ouders (Angela Finocchiaro en Massimo Popolizio), broer Manrico (Riccardo Scamarcio) en zijn zus Violetta (Alba Rohrwacher) regelmatig tot wanhoop. Accio voelt zich niet begrepen en is er van overtuigd dat Manrico en Violetta worden voorgetrokken. Om zich af te zetten en ergens bij te horen sluit hij zich op een dag aan bij de fascisten. Daarmee haalt hij het bloed onder de nagels vandaan bij Manrico die communist is. Maar ook zijn ouders zijn er helemaal niet blij mee. Steevast blijven zij volhouden dat ze ‘toch een beschaafd gezin’ zijn. Accio is ‘van de duivel bezeten’.

Mio fratello è figlio unico is een familiedrama dat zich afspeelt tijdens de turbulente jaren ’60 en ’70 in Italië. De film heeft een hoog tempo, is aangenaam frivool en Italiaans druk met vlotte dialogen. Het scenario is gebaseerd op de roman Il fasciocomunista van Antonio Pennacchi uit 2003. De schrijvers van het scenario, Stefano Rulli en Sandro Petraglia, kennen we overigens van La meglio gioventù. Beide films gaan over de verhouding tussen twee broers waarbij moet worden aangemerkt dat Mio fratello è figlio unico veel meer aan de oppervlakte blijft dan zijn voorganger. Ondanks het prachtige acteerwerk krijgen de karakters weinig diepgang en slagen zij er niet in ontroering op te roepen. Toch is het geheel niet bagatelliserend en dat is meteen het geniale van deze film.

De regisseur heeft er voor gekozen het statief thuis te laten. Door vooral uit de hand te filmen creëert Luchetti authenticiteit. De politieke scènes worden hierdoor voorzien van impact. Ze ogen als beelden uit een super-8 film collectie. De soundtrack van de film bestaat uit luchtige Italiaanse liefdesliedjes wat zo nu en dan een humoristisch effect heeft.

Elio Germano won een Donatello Award voor zijn rol als Accio. Verder ontving de film nog drie Donatello’s voor beste script, beste vrouwelijke bijrol (Angela Finocchiaro) en beste montage (Mircro Garrone). Bij de publieksenquête van het Filmfestival Rotterdam werd de film op een tweede plaats gezet.

Gone Baby Gone




Everyone wants the truth… until they find it

Regie: Ben Affleck
Waar: Trianon, gezien 17 januari

Gone Baby Gone is een politiethriller met fraaie fotografie en dito acteerprestaties. Het is het regiedebuut van Ben Affleck die we als acteur kennen uit de films: Pearl Harbor, Shakespeare in love, Good Will Hunting. Ben Affleck bewijst met deze film dat hij kan regisseren. Samen met cameraman John Toll creëert hij een donkere thriller met zo nu en dan een bijna documentair karakter. Het is waarschijnlijk dat de mensen in de achterstandswijk Dorchester er in het echt ook wonen. Ze lijken zich nauwelijks bewust van de aanwezigheid van de camera. Om dan vervolgens weer te poseren, onschuldig als in een jaren ’60 film.

Met het casten van zijn broer Casey Affleck neemt Ben een risico. Gelukkig, in dit geval pakt dat risico goed uit. Casey speelt een privé detective, Patrick Kenzie, die samen met zijn partner Angie Gennaro (gespeeld door Michelle Monaghan) een detectivebureau runt vanuit Dorchester. Zij kennen Dorchester en haar bewoners dus..
Op een dag wordt Patrick vroeg uit bed gebeld door buurtbewoners van wie het 4-jarig nichtje Amanda is verdwenen. Patrick’s partner Angie twijfelt aan deze klus. Kinderen die het slachtoffer worden van criminaliteit, daar moet je tegen kunnen. Bovendien hebben zij geen ervaring met dergelijke zaken. Met deze verdwijning/kidnapping begeven zij zich op glad ijs. Uiteindelijk zullen zij uit elkaar worden gedreven.

De kracht van deze film zit hem vooral in de karakters en niet zo zeer in de actie. De film heeft een prachtige inleiding met beelden van Boston en de achterstandswijk Dorchester. We horen Patrick Kenzie voordat we hem te zien krijgen: "I always believed it was the things you don't choose that makes you who you are. Your city, your neighborhood, your family. People here take pride in these things, like it was something they'd accomplished. The bodies around their souls, the cities wrapped around those..." De dialogen zijn scherp en realistisch. Samen met Aaron Stockard schreef Ben Affleck het scenario. Het script is gebaseerd op het boek van Dennis Lehane die ook het door Clint Eastwood verfilmde verhaal Mystic River (2003) schreef.

Het plot is misschien wat ongeloofwaardig en mede daardoor komt het verhaal zo nu en dan wat rommelig over. Al is dit overigens in het geheel niet storend. In het boek zal het plot vermoedelijk aannemelijker zijn te maken. Met een dergelijke ontknoping zal er binnen de filmtijd (gemiddeld 90 minuten) heel wat uit de kast moeten worden getrokken. Gelukkig was de cast van de film fantastisch en konden de acteurs dit dragen. Middelmatige acteurs zouden van deze film een fiasco hebben kunnen maken. Maar Ed Harris, Casey Affleck, Morgan Freeman, Amy Ryan en Edi Gathegi, spelen hun rollen doeltreffend. Het schijnt dat Amy Ryan zo overtuigend was als de moeder van Amanda, een vrouw uit de lagere klassen van Boston, dat op de eerste film dag de beveiliging haar geen toegang wilde geven tot de set.

Gone Baby Gone is ook een film over het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. Dat krijgt ook Patrick Kenzie voor zijn kiezen. De laatste scene is briljant en illustreert dat mensen nooit echt zullen veranderen.
Deze verdient zij!